.::Rodent::.
 

De Boeroendoek

Gestreepte grondeekhoorn (Tamias sibiricus of Eutamias sibericus)

Nederlands: Aziatische grondeekhoorn, Koreaanse eekhoorn, Boeroendoek

Frans: Buroundouk, Tamias, Ecureuil rayé de Sibérie, Rat de Russie, Ecureuil de Corée

Duits: Streifenhörnchen, Burunduk

Engels: Siberian chipmunk

1)Oorsprong

Het noordoosten van de beboste streken in Azië: Rusland, Korea, Japan
(Kaxmann - 1769)

De Koreaanse eekhoorn is bijna overal in de wereld vertegenwoordigd. In de dierenwinkels vindt men regelmatig de Tamias (uit Azië) en de Chipmunks (uit Noord-Amerika), die, behoudens hun kleur en lichaamsgrootte, sterk gelijkend zijn.

Het natuurlijk milieu waar men deze kleine diertjes kan vinden is zeer verschillend. Zelfs al leven ze in de bossen, toch graven zijn een hol dat dienst doet als schuilplaats en als voorraadkamer. Het zijn dagactieve dieren, ze slapen dus ‘s nachts en leven overdag. In bepaalde streken gaan deze eekhoorns in winterslaap. Ze leven solitair en elk individu verdedigt zijn territorium. Daardoor is het onmogelijk om meerdere volwassen dieren van gelijk geslacht in eenzelfde kooi te plaatsen, tenzij deze zeer groot is.

2)Morfologie

De Koreaanse Eekhoorn heeft een gestrekt en lenig lichaam. De totale lichaamslengte is 20 à 25 cm (12 à 17 cm voor het lichaam en 10 cm voor de staart) met een gewicht van 75 à 150 g.

De pels is glanzend.

De rug en de kop zijn grijsbruin tot okergeel afhankelijk van de oorsprong van de dieren, met op de rug vijf zeer donkerbruine tot zwarte strepen. . De hals, buik en de borst zijn bleker, van beige tot grijs.

De kop is groot en fijn, de oren zijn klein, kort en licht afgerond aan de top. De ogen zijn rond, zwart en licht uitpuilend.

De Tamias bezit typische wangzakken, die dienst doen bij het transporteren van voedsel. Wanneer deze gevuld zijn, schijnt de kop tot driemaal zijn normale omvang.

De voorpoten van deze eekhoorn hebben vier vingers en de achterpoten vijf tenen, allen met zeer scherpe nagels.

De staart van de Koreaanse Eekhoorn is lang en dicht bezet met lange, donkerbruine haren met witte boord.

3)Karakteristieken

De Boeroendoek leeft in verschillende biotopen. Het is hoofdzakelijk een bosbewoner maar bovenal een dier dat op de grond leeft en, in tegenstelling tot de meeste eekhoorns, een hol graaft. Hij is relatief sedentair en zal meestal zijn ganse leven in één territorium verblijven.

Toch zijn er zekere Tamias die een heel deel van hun leven in de bomen doorbrengen en zelfs soms in holle bomen nestelen.

Deze kleine eekhoorn leeft een groot deel van het jaar onder de grond en graaft er lange gangen. Het nest wordt in het diepste deel van het tunnelcomplex, dat tot 9 m lang kan zijn, gemaakt. Meestal zijn er meerdere ingangen aan de oppervlakte, maar ze zijn niet zo gemakkelijk te vinden omdat ze in tegenstelling tot de molshopen niet omgeven zijn door losse aarde. De eerste ingang heeft zoals bij de mollen een hoop losse aarde, maar wordt meestal bedekt door struikgewas en hoge kruiden, of ligt tussen de zichtbare wortels van een boom. Voor de andere ingangen graaft de Koreaanse eekhoorn de aarde naar binnen toe. Het nesthol is meestal geschikt rond drie “kamers”: een groot nest (ongeveer 30 cm x 45 cm) waar de dieren slapen en waar de jongen opgefokt worden, een kamer die dienst doet als voedselreserve en een derde die als reserve dienst doet. Deze kamers zijn gelegen langs een centrale hoofdtunnel.

Andere nesten bestaan uit een enkele ingang die leidt naar een galerij die tot een diepte van 45 à 85 cm loopt. Op het einde van deze gang ligt een bolvormige kamer met een diameter van ongeveer 15 cm die bekleed is met isolerende materialen als hooi, fijngebeten bladeren of pluizige plantendelen. Door het eten van granen en noten uit de voorraadkamer is het mogelijk dat de Koreaanse eekhoorn kan overleven tijdens de koudste periodes van de winter. Toch heeft men nog geen enkel compartiment in beide types van holen teruggevonden dat dienst doet als “WC”. Om de grootste kou te vermijden slaapt de Tamias het grootste deel van de winter onder de vorstzone van het hol.

4)Voeding

De Boeroendoek houdt van een gevarieerd menu. In de natuur is het een omnivoor. Het grootste deel van de tijd zijn ze bezig met het verzamelen van granen, welke het grootste deel van de voeding uitmaken. Hoewel ze hoofdzakelijk op de grond leven, zijn het ook handige klimmers die ook noten en vruchten uit de bomen halen. Het voedsel bestaat uit noten, zaden van coniferen, botten van bomen, kruiden, paddestoelen, wilde bessen waaronder frambozen en aardbeien een lekkernij vormen, insecten, slakken, bolgewassen, kleine slangetjes en hagedissen en ook wel eens jonge vogeltjes. In cultuurgebieden doen ze zich ook tegoed aan tarwe en haver, sarazijn en groenten. In gevangenschap legt de Koreaanse eekhoorn ook voorraden aan en dikwijls geeft hij de indruk dat zijn etensbakje leeg is, terwijl het nest volgestopt zit. Als hij vrij door de kamer mag lopen, neemt hij ook dikwijls van alles in zijn wangzakken dat hij dan in een of andere bloempot gaat verstoppen. Je weet dus niet altijd hoe je het hebt met hem...

Dagelijkse voedselbehoeften:
-15 g graanmengeling
- stukjes fruit
- een halve noot, hazelnoot of pinda
- twee droge rozijnen
- twee meelwormen, slechts twee, want meer zou kunnen schadelijk zijn

Frequentie van voederen:
- ofwel tweemaal per dag en hem laten wachten tot je er bent
- ofwel granen in vrije hoeveelheid en wat groenten, noten of fruit uit de hand.
Belangrijk is niet zomaar alles aan je eekhoorn te geven om te kijken of hij het lust, want als hij altijd in gevangenschap geleefd heeft kan hij niet zelf herkennen wat goed of slecht is voor hem.

Gevaarlijk voedsel:
- amandels (dodelijk)
- sterk gezouten voedsel
- zoetigheden (patisserie, bonbons, chocolade, suiker, kauwgom, taart .)
- botermelk en yoghurt

Complementaire voeding :
- een liksteen met zouten en mineralen
- eenmaal per week een vitamineoplossing in het drinkwater
- gedroogde groenten

Algemeen:
Het fruit dat je geeft mag niet rechtstreeks uit de koelkast komen, maar moet op kamertemperatuur zijn en goed gewassen.
Het etensbakje en de drinkfles moeten regelmatig schoongemaakt worden.
Elke dag de resten van groenten en fruit wegnemen om rotten tegen te gaan.
Deze kleine knaagdiertjes zijn zeer handig en nemen het voedsel met hun voorpootjes om te knabbelen. Met hun grote en sterke snijtanden verkleinen ze het voedsel en plaatsen het met een handige beweging van hun tong achteraan in de mond in de wangzakken, terwijl ze rustig verder knauwen.De capaciteit van de wangzakken wordt groter met de leeftijd. Als de wangzakken vol zijn gaan ze de granen en noten in hun nest deponeren, of begraven ze in ondiepe holen die ze toedekken met aarde, bladeren en andere plantenresten.
In de lente gaan ze resoluut op zoek naar het voedsel dat ze vroeger verstopten. Aangezien ze lang niet alles terugvinden, eten ze in de lente hoofdzakelijk jonge scheuten en bladeren voordat het fruit en graan rijp is. Tijdens de ganse lente doen ze zich ook tegoed aan insecten, regenwormen, bloemen, bessen, kersen, pruimen, paddestoelen en occasioneel ook aan eieren en aas. In enkele zeldzame gevallen werd ook opgemerkt dat ze vogels en kleine zoogdieren aanvielen en doodden.

5)Huisvesting in gevangenschap

Om tot fokresultaten te komen hebben deze dieren een volume nodig van minimum 1 kubieke meter per koppel, maar een dier dat op een appartement leeft en regelmatig mag rondlopen, heeft minder ruimte nodig. Koreaanse eekhoorns die in een voliere gehouden worden kunnen de winter buiten doorbrengen. De beste afmetingen voor het verblijf zijn 2,4 m lang, 0,8 m diep en 2,4 m hoog, waarvan ongeveer 40 cm zand of aarde om tegemoet te komen aan hun graaflust. Het dak wordt gemaakt in doorzichtige platen. Ze houden ook van een zonnebad. Hiervoor is het nodig dat in het verblijf zowel schaduwplekken als zonnige gedeelten voorkomen. Verder plaatst men een stuk holle boom, nestkastjes (type parkietenblokken) als bescherming of nestgelegenheid, of als verzamelplaats voor hun voedselreserve. Men kan ook keukenpapier, dorre bladeren en hooi ter beschikking stellen, dat ze als nestmateriaal zullen gebruiken.

6)Actieve perioden

De Koreaanse eekhoorn is dagactief, wat niet wil zeggen dat hij ‘s nachts altijd rustig is… het meest actief zijn ze ‘s morgens, dan kan je ze zien rondhollen, springen en allerlei acrobatische toeren uithalen. In de namiddag zijn ze rustiger en verkiezen ze meer te zitten soezen in hun hol of nestkastje. Van oktober tot maart ongeveer slapen ze bijna constant en komen ze slechts vluchtig naar buiten om te drinken of hun behoefte te doen. Ze eten dan van hun voorraden die ze tijdens de loop van het jaar hebben verzameld. In gevangenschap echter, waar de leefomstandigheden meestal gunstiger zijn, gaan veel eekhoorns niet in winterslaap.

7)Reacties van de Koreaanse eekhoorn
De Boeroendoek is een georganiseerd diertje. Hij zal een hoek kiezen als “vuilnisbelt”, meestal in de tegenoverliggende hoek van het slaapgedeelte, waar hij zijn behoefte zal doen en het voedsel waar hij niet van houdt deponeert. Hij houdt van gewoonten en als je op geregelde tijdstippen voedert zal hij reeds op jou zitten wachten…

De Koreaanse eekhoorn houdt van de zon en gedurende de lente en zomer kan men ze soms uitgestrekt zien liggen genieten. Hij houdt ervan de omgeving te observeren en zoekt steeds een hoger gelegen plekje om een beter uitzicht te hebben. Indien er mogelijkheid is om vanuit het verblijf een uitzicht te hebben op de straat, zal de eekhoorn zich uren bezighouden met het kijken naar de voorbijgangers en de auto’s!

Door de staart van de Boeroendoek te observeren kan men veel te weten komen over zijn gemoedsgesteldheid. Hier volgen enkele attitudes:

- wanneer de staart opgeheven is met de haren opstaand betekent dit dat de eekhoorn bang is of boos en wanneer een wijfje deze houding aanneemt kan dit ook betekenen dat ze bereid is tot paren.
- wanneer de staart golft wil dit zeggen dat het dier geïntrigeerd is door iets, maar toch wantrouwig. Bij het minste teken van onraad zal hij vluchten en zich verstoppen.

- wanneer de staart rond het lichaam gekruld is, betekent dit dat het dier op zijn gemak is bij het observeren, ofwel dat hij aan het rusten of slapen is.

- wanneer de staart ontrold is, gebruikt hij deze als evenwichtsorgaan bij het uithalen van acrobatische toeren, zoals een koorddanser zijn evenwichtsstok gebruikt.
- wanneer de staart tussen de tanden gehouden wordt, is de eekhoorn bezig met het schoonmaken en parasietvrij houden.

8)Geluiden

De Koreaanse eekhoorn gebruikt zelden zijn stem. Hij heeft een typisch geluid dat zeer moeilijk na te bootsen is. Gedurende de bronstperiode zijn ze luidruchtiger dan anders.

Wanneer ze verrast worden stuiven ze weg terwijl ze een reeks tsjilpende geluiden maken en snelle, snerpende kreten uitstoten. Hun kreten verwarren de predatoren, waardoor ze kunnen ontsnappen. Dikwijls, wanneer ze een indringer surveilleren vanuit een voordelige positie stoten ze met een interval van ongeveer een tot twee seconden een cascade van snerpende “tsjips” uit. Sommige wetenschappers denken dat dit de roep van het wijfje kan zijn.

Voorbeelden van andere geluiden:

- kleine, korte, scherpe, herhaalde kreetjes: hij heeft pijn of is bang
- gefluit: het wijfje is bronstig en roept het mannetje
- gegrom: bij het paren
- gegrom en gesnurk: hij wil een vijand imponeren

9)Het tam maken:

Hoe jonger de dieren zijn, hoe gemakkelijker het temmen is, en hoe meer kans men heeft dat de eekhoorn zich blijvend aan zijn baasje zal hechten. Na zes maanden is de eekhoorn onafhankelijk geworden en hoewel men soms goede resultaten kan behalen, is het toch wenselijker dat men op een leeftijd van drie maand met het tam maken start.

Men moet nooit vergeten dat, zelfs al worden de eekhoorns in gevangenschap geboren, het steeds wilde dieren blijven en, als ze zich bedreigd voelen, zullen ze niet twijfelen om te bijten. De snelheid van tam maken varieert van een drietal weken voor een nieuwsgierig en sociaal individu tot drie maanden voor een dier dat meer timide en schrikachtig is.

De eerste stap bestaat uit het gewoon maken van de eekhoorn aan je aanwezigheid. Men probeert zoveel mogelijk in de buurt van de kooi te blijven en na enige dagen wordt de eekhoorn minder wantrouwig. Als het dier zich systematisch verstopt in zijn nestkastje, blijf dan heel stil in de buurt, wacht tot het dier naar buiten komt, en nader dan heel zacht de kooi. Na dit begin, maakt men de Koreaanse eekhoorn gewoon aan het eten uit de hand. Probeer meerdere keren met een versnapering, zoals een stukje appel of een pinda, om dit te laten accepteren. Daarna probeert men het dier op de hand te laten klimmen.

Nu kan men stilletjesaan proberen met de eekhoorn uit zijn kooi los te laten in één kamer, later in het ganse huis. Men moet er wel op letten dat alle deuren en vensters gesloten zijn! Belangrijk is hem zijn naam te leren kennen door deze steeds uit te spreken wanneer men hem iets lekkers geeft. Daarna zal hij steeds al rennende afkomen als je hem roept, uitgezonderd als hij voelt dat er een einde komt aan zijn uitstapje.

Eens men zijn vertrouwen heeft, kan men nog vele dingen aan de Koreaanse eekhoorn leren, want ze zijn zeer handig en ook zeer intelligent.

Men moet ze nooit bij de staart vastnemen, want deze is zeer kwetsbaar en kan gemakkelijk afbreken!

10)De winterslaap

De winterslaap is facultatief en hangt enkel af van de temperatuur.

Naar het einde van juli beginnen de Koreaantjes grote hoeveelheden granen te verzamelen. In oktober heeft elk dier zo voldoende verzameld om de winter door te komen.

Afhankelijk van de strengheid van de winter kan de winterslaap ingezet worden van eind september tot in maart. Laat de dieren de mogelijkheid om de winter door te komen onder de grond, hetgeen het meest natuurlijk is. Men kan ook een nestkastje ter beschikking stellen, of een aardewerken bloempot gevuld met stro. Men moet niet verwonderd zijn als de eekhoorns het nestopening volstoppen met stro. Naar het schijnt zou de opstapeling van koolzuurgas bevorderlijk zijn voor het inzetten van de winterslaap.

Sommigen menen dat de dieren direct in een lethargische toestand overgaan (de lichaamstemperatuur daalt, de hartslag en de ademhaling vertraagt aanzienlijk, hetgeen het energieverbruik drastisch doet dalen). De lethargische periodes duren van één tot acht dagen, soms meer. Van tijd tot tijd worden de dieren wakker om een deel van hun voorraad te verorberen. Bij zachte periodes gedurende de winter zijn de eekhoorns soms aan de oppervlakte te zien. Een tweede mening is dat de Koreaanse eekhoorns enkel in totale winterslaap gaan als hun voedselreserve bijna opraakt. Bij mooie winterdagen worden ze dikwijls wakker, hetgeen hun toelaat de door zuurstofgebrek opgestapelde zuren te elimineren, hun behoefte te doen, wat aan de reserves te knabbelen en soms eens de pootjes te strekken...

Koreaanse eekhoorns die binnen verblijven kunnen ook rustperiodes inbouwen, zowel gedurende de zomer als de winter. Men moet niet te snel ongerust zijn als men ze gedurende een tweetal weken niet te zien krijgt. In elk geval mag men nooit dieren wakker maken wanneer ze in lethargische toestand zijn, aangezien dit een enorme energie van het dier vergt om wakker te worden op dat moment, hetgeen ze enorm kan verzwakken.

Tijdens de eerste warme maartse dagen beginnen de Koreaanse eekhoorns uit hun nesthol te komen, zelfs als ze hiervoor tot een meter sneeuw moeten doorgraven.

11)Ziekten van de Koreaanse eekhoorn

Over het algemeen zijn deze eekhoorns behoorlijk resistent en worden ze zelden ziek. Toch is het belangrijk de dieren regelmatig te observeren om te zien of de dieren geen abnormaal gedrag vertonen. Volgende verschijnselen wijzen op een abnormale toestand:
- een eekhoorn die abnormaal traag beweegt en uitgeput schijnt. Hij laat zich zonder enige reactie manipuleren.
- de ogen staan dof en missen de zo typische levendige blik van deze eekhoorns.
- de neus loopt.
- een eekhoorn die abnormaal vermagert.
- abnormaal veel haarverlies buiten de ruiperiode.
- een vervuilde pels.
- een abnormale verdikking ter hoogte van de keel of de mond.

Ziekten die frequent optreden bij eekhoorns:

Ademhalingsziekten: apathische dieren, niezen, trillen, neus loopt: de kooi uit de tocht zetten in een matig verwarmde omgeving (min 16°C)

Spijsverteringsziekten: vervuilde pels, gebrek aan eetlust: teveel fruit, verandering van voer of onaangepast voer, stress, gebrek aan hygiëne. Tandproblemen of een abces: frequent probleem bij knaagdieren; verdikking in de keelholte, de tanden kunnen scheef gegroeid zijn. Er is hieraan zelf niet veel te doen, goed observeren en op tijd de dierenarts consulteren.

Gebreksziekten, haarverlies, problemen met tanden en nagels: de eekhoorns in een voldoende verlichte plek zetten, een uitgebalanceerde voeding geven: speciale eekhoornmengeling en per dag enkele stukjes fruit

12)De voortplanting

Seksuele rijpheid treedt op bij de mannetjes vanaf ongeveer 12 maanden, bij de vrouwtjes vanaf ongeveer 11 maanden. Vanaf ongeveer 1 jaar kunnen ze zich voortplanten.

In de lente zijn het de mannetjes die het eerst naar buiten komen. De vrouwtjes komen één tot twee weken later uit het nest en de dekperiode begint direct in de nabijheid van de nesten van de vrouwtjes.

Tijdens het dekseizoen, dat begint in maart-april en twee tot drie maanden duurt, kunnen verscheidene mannetjes eenzelfde vrouwtje benaderen en kunnen ze ook meerdere vrouwtjes dekken.

De gestatieperiode is 29-32 dagen. Bij de geboorte zijn de jongen naakt en blind, zoals de meeste nestblijvers. Ze wegen 3 à 4 gram.

De beharing komt slechts tevoorschijn na de tiende dag, terwijl de oren zich openen vanaf de 28e dag en de ogen tussen de 31e en 33e dag. .

Het opkweken van de jongen (meestal tussen 3 en 7) gebeurt alleen door de vrouwtjes. In de meest noordelijke streken hebben ze meestal slechts één nestje jongen en uitzonderlijk, bij zeer goede weersomstandigheden, wordt bij sommigen nog een tweede nestje geboren in de herfst. Bij de meer zuidelijk levende boeroendoeks zijn er meestal twee nesten. Na vier tot zeven weken verlaten de jongen het nest om te beginnen voedsel zoeken. Ze zijn schrikachtig en verdwijnen van bij het minste gerucht. De jongen groeien zeer snel en zijn reeds volgroeid vanaf ongeveer september. De meesten planten zich al de volgende lente voort, anderen wachten hiermee nog een jaar.

 


13)Sociale organisatie bij de Boeroendoek:

Eigenaardig is dat de Boeroendoek, hoewel hij snel verbroedert met kinderen en ook volwassenen kan verleiden met zijn sociaal gedrag in feite een solitair levend dier is. Elke Koreaanse eekhoorn bezit zijn eigen nesthol en negeert zijn soortgenoten, uitgenomen wanneer er conflicten ontstaan of wanneer de dekperiode aanvangt.

Ondanks dit gedrag bezit de Boeroendoek geen echt territorium in de conventionele zin, want hun domeinen overlappen elkaar of ze leven in dezelfde zone als hun concurrenten. Deze variëren in grootte van 0,04 tot 1,26 hectaren. Meestal zijn de leefgebieden van de volwassenen groter dan deze van de jonge dieren, deze van de mannetjes groter dan die van de vrouwtjes. De limieten variëren volgens de beschikbaarheid van voedsel, maar de meeste dieren houden zich aan een vaste stek.

De meeste Koreaanse eekhoorns verblijven het grootste gedeelte van de tijd in de dominantiezone, dicht bij hun nesthol. De Tamias die er woont is dominant en duldt geen indringers, die deze plek dan ook ontwijken.

De limieten van deze dominantiezones zijn dan ook duidelijker afgebakend dan de leefterritoriums.

14)Vijanden en beperkende factoren

Over het algemeen varieert het aantal Boeroendoeks in de natuur niet veel van het ene jaar tot het andere, hoewel er wel al waarnemingen zijn geweest van sterke verminderingen of zelfs verdwijning in bepaalde streken zonder afdoende verklaring.

Deze kleine knagers moeten steeds op hun hoede blijven om te kunnen ontsnappen aan hun vele belagers, vooral roofvogels, fretten, coyotes, marters, vossen, slangen en zelden uilen, die een nachtelijk leven leiden. Ondanks dit vormen ze slechts een klein aandeel in het menu van deze predatoren. Hun zintuigen zijn zo scherp dat ze zich zelden laten vangen. In bewoonde gebieden worden ze soms de prooi van katten en honden, en een groot deel wordt aangereden door auto’s.

Koreaanse eekhoorns kunnen zwaar gekwetst worden bij het verdedigen van hun voedsel tegen soortgenoten of grotere dieren zoals de Rode eekhoorn. Sommigen sterven ook aan de verwondingen ten gevolge van de strijd tijdens het voortplantingsseizoen. Sommige wijfjes sterven bij het verdedigen van hun nest of jongen tegen soortgenoten.

Ziekten en hongersnood dragen ook bij tot het beperken van de populaties. Slechte graanoogsten hebben een nefaste invloed, daar graan een van de hoofdbestanddelen vormen van hun menu en noodzakelijk zijn om de winter te overleven.

Tot nu toe zijn er in de natuur geen epidemische ziekten bij deze dieren vastgesteld. Toch hebben ze last van dezelfde problemen als de andere wilde knagers: parasieten, zoals wormen, vlooien, luizen en teken, mijten, die, wanneer ze in grote hoeveelheden voorkomen, de dood kunnen veroorzaken.

15)Belang voor de mensheid:

Door hun gewoonte om granen en zaden op te stapelen dragen ze in grote mate bij tot de verspreiding hiervan. Weggestopte en niet meer teruggevonden zaden hebben een grote kans om te ontkiemen. Zo dragen deze knagers bij tot de groei van bomen, struiken, grassen en andere planten.

Wanneer ze in grote getallen aanwezig zijn, kunnen ze de groei van bepaalde bomen, zoals dennen en sparren, verhinderen door het feit dat ze de meeste zaden hiervan verorberen.

16)Vergelijking tussen de rat en de eekhoorn:

De Koreaanse eekhoorn is eerst en vooral een wild dier, met alle ongemakken vandien (beten en soms een onvoorspelbaar gedrag). De rat houdt van het gezelschap van de mens, terwijl de eekhoorn vooral aangetrokken wordt wanneer hij honger heeft, of uit nieuwsgierigheid. De rat houdt van onze affectie, terwijl de eekhoorn er niet van houdt om gestreeld te worden. Wanneer men er meerdere houdt worden ze onafhankelijker en moeilijker te temmen. Wanneer men ze heeft van zeer jonge leeftijd (juist gespeend: 5-8 weken) zullen ze zich blijvend hechten aan hun verzorger, zonder echter affectie te tonen zoals de rat dit uitgebreid doet. Ze zijn niet intelligenter dan ratten, maar expressiever en meer georganiseerd. De eekhoorn is zindelijker en heeft een minder uitgesproken geur dan de rat. In vergelijking met andere knaagdieren doen ze relatief weinig schade. Toch moet men ze goed in de gaten houden. Ze houden van het verscheuren van stof, maar knagen zelden aan meubels of elektrische draden. Men moet wel opletten met kleine beeldjes en dergelijke, die ze kunnen omstoten bij hun escapades. Ze doen minder stommiteiten dan ratten, want, van als ze uit hun kooi komen denken ze enkel nog aan zich te amuseren, te klimmen, springen en exploreren van de omgeving. Elke dag vinden ze nieuwe acrobatieën. Een andere eigenaardigheid die ze hebben: ze houden ervan alles gade te slaan door het venster. Als laatste punt: een rat kan men met gemak vastnemen of ze vangen, bij een eekhoorn lukt dit nooit en hij zal slechts in zijn kooi terugkeren wanneer hij hiervoor zin heeft.

Met een rat kan men een affectieve relatie hebben, terwijl het plezier in ge houden van Koreaanse eekhoorns er meer in bestaat hen te observeren, hun progressie in het tam maken te volgen en hun nieuwe speeltjes te ontwerpen en te bouwen die hun natuurlijke instincten ontwikkelen.


 

 

.::Rodent::.

 

Copyright 2003 Rodent