Gestreepte
grondeekhoorn (Tamias sibiricus of Eutamias
sibericus)
Nederlands: Aziatische grondeekhoorn,
Koreaanse eekhoorn, Boeroendoek
Frans: Buroundouk, Tamias,
Ecureuil rayé de Sibérie, Rat
de Russie, Ecureuil de Corée
Duits: Streifenhörnchen,
Burunduk
Engels: Siberian chipmunk
1)Oorsprong
Het noordoosten van
de beboste streken in Azië: Rusland,
Korea, Japan
(Kaxmann - 1769)
De Koreaanse eekhoorn is bijna overal in
de wereld vertegenwoordigd. In de dierenwinkels
vindt men regelmatig de Tamias (uit Azië)
en de Chipmunks (uit Noord-Amerika), die,
behoudens hun kleur en lichaamsgrootte, sterk
gelijkend zijn.
Het natuurlijk milieu waar men deze kleine
diertjes kan vinden is zeer verschillend.
Zelfs al leven ze in de bossen, toch graven
zijn een hol dat dienst doet als schuilplaats
en als voorraadkamer. Het zijn dagactieve
dieren, ze slapen dus ‘s nachts en leven
overdag. In bepaalde streken gaan deze eekhoorns
in winterslaap. Ze leven solitair en elk individu
verdedigt zijn territorium. Daardoor is het
onmogelijk om meerdere volwassen dieren van
gelijk geslacht in eenzelfde kooi te plaatsen,
tenzij deze zeer groot is.
2)Morfologie
De Koreaanse Eekhoorn heeft een gestrekt en
lenig lichaam. De totale lichaamslengte is
20 à 25 cm (12 à 17 cm voor
het lichaam en 10 cm voor de staart) met een
gewicht van 75 à 150 g.
De pels is glanzend.
De rug en de kop zijn grijsbruin tot okergeel
afhankelijk van de oorsprong van de dieren,
met op de rug vijf zeer donkerbruine tot zwarte
strepen. . De hals, buik en de borst zijn
bleker, van beige tot grijs.
De kop is groot en fijn, de oren zijn klein,
kort en licht afgerond aan de top. De ogen
zijn rond, zwart en licht uitpuilend.
De Tamias bezit typische wangzakken, die
dienst doen bij het transporteren van voedsel.
Wanneer deze gevuld zijn, schijnt de kop tot
driemaal zijn normale omvang.
De voorpoten van deze eekhoorn hebben vier
vingers en de achterpoten vijf tenen, allen
met zeer scherpe nagels.
De staart van de Koreaanse Eekhoorn is lang
en dicht bezet met lange, donkerbruine haren
met witte boord.
3)Karakteristieken
De Boeroendoek leeft in verschillende biotopen.
Het is hoofdzakelijk een bosbewoner maar bovenal
een dier dat op de grond leeft en, in tegenstelling
tot de meeste eekhoorns, een hol graaft. Hij
is relatief sedentair en zal meestal zijn
ganse leven in één territorium
verblijven.
Toch zijn er zekere Tamias die een heel deel
van hun leven in de bomen doorbrengen en zelfs
soms in holle bomen nestelen.
Deze kleine eekhoorn leeft een groot deel
van het jaar onder de grond en graaft er lange
gangen. Het nest wordt in het diepste deel
van het tunnelcomplex, dat tot 9 m lang kan
zijn, gemaakt. Meestal zijn er meerdere ingangen
aan de oppervlakte, maar ze zijn niet zo gemakkelijk
te vinden omdat ze in tegenstelling tot de
molshopen niet omgeven zijn door losse aarde.
De eerste ingang heeft zoals bij de mollen
een hoop losse aarde, maar wordt meestal bedekt
door struikgewas en hoge kruiden, of ligt
tussen de zichtbare wortels van een boom.
Voor de andere ingangen graaft de Koreaanse
eekhoorn de aarde naar binnen toe. Het nesthol
is meestal geschikt rond drie “kamers”:
een groot nest (ongeveer 30 cm x 45 cm) waar
de dieren slapen en waar de jongen opgefokt
worden, een kamer die dienst doet als voedselreserve
en een derde die als reserve dienst doet.
Deze kamers zijn gelegen langs een centrale
hoofdtunnel.
Andere nesten bestaan uit een enkele ingang
die leidt naar een galerij die tot een diepte
van 45 à 85 cm loopt. Op het einde
van deze gang ligt een bolvormige kamer met
een diameter van ongeveer 15 cm die bekleed
is met isolerende materialen als hooi, fijngebeten
bladeren of pluizige plantendelen. Door het
eten van granen en noten uit de voorraadkamer
is het mogelijk dat de Koreaanse eekhoorn
kan overleven tijdens de koudste periodes
van de winter. Toch heeft men nog geen enkel
compartiment in beide types van holen teruggevonden
dat dienst doet als “WC”. Om de
grootste kou te vermijden slaapt de Tamias
het grootste deel van de winter onder de vorstzone
van het hol.
4)Voeding
De Boeroendoek houdt van een
gevarieerd menu. In de natuur is het een omnivoor.
Het grootste deel van de tijd zijn ze bezig
met het verzamelen van granen, welke het grootste
deel van de voeding uitmaken. Hoewel ze hoofdzakelijk
op de grond leven, zijn het ook handige klimmers
die ook noten en vruchten uit de bomen halen.
Het voedsel bestaat uit noten, zaden van coniferen,
botten van bomen, kruiden, paddestoelen, wilde
bessen waaronder frambozen en aardbeien een
lekkernij vormen, insecten, slakken, bolgewassen,
kleine slangetjes en hagedissen en ook wel
eens jonge vogeltjes. In cultuurgebieden doen
ze zich ook tegoed aan tarwe en haver, sarazijn
en groenten. In gevangenschap legt de Koreaanse
eekhoorn ook voorraden aan en dikwijls geeft
hij de indruk dat zijn etensbakje leeg is,
terwijl het nest volgestopt zit. Als hij vrij
door de kamer mag lopen, neemt hij ook dikwijls
van alles in zijn wangzakken dat hij dan in
een of andere bloempot gaat verstoppen. Je
weet dus niet altijd hoe je het hebt met hem...
Dagelijkse voedselbehoeften:
-15 g graanmengeling
- stukjes fruit
- een halve noot, hazelnoot of pinda
- twee droge rozijnen
- twee meelwormen, slechts twee, want meer
zou kunnen schadelijk zijn
Frequentie van
voederen:
- ofwel tweemaal per dag en hem laten wachten
tot je er bent
- ofwel granen in vrije hoeveelheid en wat
groenten, noten of fruit uit de hand.
Belangrijk is niet zomaar alles aan je eekhoorn
te geven om te kijken of hij het lust, want
als hij altijd in gevangenschap geleefd heeft
kan hij niet zelf herkennen wat goed of slecht
is voor hem.
Gevaarlijk voedsel:
- amandels (dodelijk)
- sterk gezouten voedsel
- zoetigheden (patisserie, bonbons, chocolade,
suiker, kauwgom, taart .)
- botermelk en yoghurt
Complementaire
voeding :
- een liksteen met zouten en mineralen
- eenmaal per week een vitamineoplossing
in het drinkwater
- gedroogde groenten
Algemeen:
Het fruit dat je geeft mag niet rechtstreeks
uit de koelkast komen, maar moet op kamertemperatuur
zijn en goed gewassen.
Het etensbakje en de drinkfles moeten regelmatig
schoongemaakt worden.
Elke dag de resten van groenten en fruit
wegnemen om rotten tegen te gaan.
Deze kleine knaagdiertjes zijn zeer handig
en nemen het voedsel met hun voorpootjes om
te knabbelen. Met hun grote en sterke snijtanden
verkleinen ze het voedsel en plaatsen het
met een handige beweging van hun tong achteraan
in de mond in de wangzakken, terwijl ze rustig
verder knauwen.De capaciteit van de wangzakken
wordt groter met de leeftijd. Als de wangzakken
vol zijn gaan ze de granen en noten in hun
nest deponeren, of begraven ze in ondiepe
holen die ze toedekken met aarde, bladeren
en andere plantenresten.
In de lente gaan ze resoluut op zoek naar
het voedsel dat ze vroeger verstopten. Aangezien
ze lang niet alles terugvinden, eten ze in
de lente hoofdzakelijk jonge scheuten en bladeren
voordat het fruit en graan rijp is. Tijdens
de ganse lente doen ze zich ook tegoed aan
insecten, regenwormen, bloemen, bessen, kersen,
pruimen, paddestoelen en occasioneel ook aan
eieren en aas. In enkele zeldzame gevallen
werd ook opgemerkt dat ze vogels en kleine
zoogdieren aanvielen en doodden.
5)Huisvesting
in gevangenschap
Om tot fokresultaten te komen hebben deze
dieren een volume nodig van minimum 1 kubieke
meter per koppel, maar een dier dat op een
appartement leeft en regelmatig mag rondlopen,
heeft minder ruimte nodig. Koreaanse eekhoorns
die in een voliere gehouden worden kunnen
de winter buiten doorbrengen. De beste afmetingen
voor het verblijf zijn 2,4 m lang, 0,8 m diep
en 2,4 m hoog, waarvan ongeveer 40 cm zand
of aarde om tegemoet te komen aan hun graaflust.
Het dak wordt gemaakt in doorzichtige platen.
Ze houden ook van een zonnebad. Hiervoor is
het nodig dat in het verblijf zowel schaduwplekken
als zonnige gedeelten voorkomen. Verder plaatst
men een stuk holle boom, nestkastjes (type
parkietenblokken) als bescherming of nestgelegenheid,
of als verzamelplaats voor hun voedselreserve.
Men kan ook keukenpapier, dorre bladeren en
hooi ter beschikking stellen, dat ze als nestmateriaal
zullen gebruiken.
6)Actieve
perioden
De Koreaanse eekhoorn is dagactief, wat
niet wil zeggen dat hij ‘s nachts altijd
rustig is… het meest actief zijn ze
‘s morgens, dan kan je ze zien rondhollen,
springen en allerlei acrobatische toeren uithalen.
In de namiddag zijn ze rustiger en verkiezen
ze meer te zitten soezen in hun hol of nestkastje.
Van oktober tot maart ongeveer slapen ze bijna
constant en komen ze slechts vluchtig naar
buiten om te drinken of hun behoefte te doen.
Ze eten dan van hun voorraden die ze tijdens
de loop van het jaar hebben verzameld. In
gevangenschap echter, waar de leefomstandigheden
meestal gunstiger zijn, gaan veel eekhoorns
niet in winterslaap.
7)Reacties
van de Koreaanse eekhoorn
De Boeroendoek is een georganiseerd diertje.
Hij zal een hoek kiezen als “vuilnisbelt”,
meestal in de tegenoverliggende hoek van het
slaapgedeelte, waar hij zijn behoefte zal
doen en het voedsel waar hij niet van houdt
deponeert. Hij houdt van gewoonten en als
je op geregelde tijdstippen voedert zal hij
reeds op jou zitten wachten…
De Koreaanse eekhoorn houdt van de zon en
gedurende de lente en zomer kan men ze soms
uitgestrekt zien liggen genieten. Hij houdt
ervan de omgeving te observeren en zoekt steeds
een hoger gelegen plekje om een beter uitzicht
te hebben. Indien er mogelijkheid is om vanuit
het verblijf een uitzicht te hebben op de
straat, zal de eekhoorn zich uren bezighouden
met het kijken naar de voorbijgangers en de
auto’s!
Door de staart van de Boeroendoek te observeren
kan men veel te weten komen over zijn gemoedsgesteldheid.
Hier volgen enkele attitudes:
- wanneer de staart opgeheven is met de haren
opstaand betekent dit dat de eekhoorn bang
is of boos en wanneer een wijfje deze houding
aanneemt kan dit ook betekenen dat ze bereid
is tot paren.
- wanneer de staart golft wil dit zeggen dat
het dier geïntrigeerd is door iets, maar
toch wantrouwig. Bij het minste teken van
onraad zal hij vluchten en zich verstoppen.
- wanneer de staart rond het lichaam gekruld
is, betekent dit dat het dier op zijn gemak
is bij het observeren, ofwel dat hij aan het
rusten of slapen is.
- wanneer de staart ontrold is, gebruikt
hij deze als evenwichtsorgaan bij het uithalen
van acrobatische toeren, zoals een koorddanser
zijn evenwichtsstok gebruikt.
- wanneer de staart tussen de tanden gehouden
wordt, is de eekhoorn bezig met het schoonmaken
en parasietvrij houden.
8)Geluiden
De Koreaanse eekhoorn gebruikt zelden zijn
stem. Hij heeft een typisch geluid dat zeer
moeilijk na te bootsen is. Gedurende de bronstperiode
zijn ze luidruchtiger dan anders.
Wanneer ze verrast worden stuiven ze weg
terwijl ze een reeks tsjilpende geluiden maken
en snelle, snerpende kreten uitstoten. Hun
kreten verwarren de predatoren, waardoor ze
kunnen ontsnappen. Dikwijls, wanneer ze een
indringer surveilleren vanuit een voordelige
positie stoten ze met een interval van ongeveer
een tot twee seconden een cascade van snerpende
“tsjips” uit. Sommige wetenschappers
denken dat dit de roep van het wijfje kan
zijn.
Voorbeelden van andere geluiden:
- kleine, korte, scherpe, herhaalde kreetjes:
hij heeft pijn of is bang
- gefluit: het wijfje is bronstig en roept
het mannetje
- gegrom: bij het paren
- gegrom en gesnurk: hij wil een vijand imponeren
9)Het tam
maken:
Hoe jonger de dieren zijn, hoe gemakkelijker
het temmen is, en hoe meer kans men heeft
dat de eekhoorn zich blijvend aan zijn baasje
zal hechten. Na zes maanden is de eekhoorn
onafhankelijk geworden en hoewel men soms
goede resultaten kan behalen, is het toch
wenselijker dat men op een leeftijd van drie
maand met het tam maken start.
Men moet nooit vergeten dat, zelfs al worden
de eekhoorns in gevangenschap geboren, het
steeds wilde dieren blijven en, als ze zich
bedreigd voelen, zullen ze niet twijfelen
om te bijten. De snelheid van tam maken varieert
van een drietal weken voor een nieuwsgierig
en sociaal individu tot drie maanden voor
een dier dat meer timide en schrikachtig is.
De eerste stap bestaat uit het gewoon maken
van de eekhoorn aan je aanwezigheid. Men probeert
zoveel mogelijk in de buurt van de kooi te
blijven en na enige dagen wordt de eekhoorn
minder wantrouwig. Als het dier zich systematisch
verstopt in zijn nestkastje, blijf dan heel
stil in de buurt, wacht tot het dier naar
buiten komt, en nader dan heel zacht de kooi.
Na dit begin, maakt men de Koreaanse eekhoorn
gewoon aan het eten uit de hand. Probeer meerdere
keren met een versnapering, zoals een stukje
appel of een pinda, om dit te laten accepteren.
Daarna probeert men het dier op de hand te
laten klimmen.
Nu kan men stilletjesaan proberen met de
eekhoorn uit zijn kooi los te laten in één
kamer, later in het ganse huis. Men moet er
wel op letten dat alle deuren en vensters
gesloten zijn! Belangrijk is hem zijn naam
te leren kennen door deze steeds uit te spreken
wanneer men hem iets lekkers geeft. Daarna
zal hij steeds al rennende afkomen als je
hem roept, uitgezonderd als hij voelt dat
er een einde komt aan zijn uitstapje.
Eens men zijn vertrouwen heeft, kan men nog
vele dingen aan de Koreaanse eekhoorn leren,
want ze zijn zeer handig en ook zeer intelligent.
Men moet ze nooit bij de staart vastnemen,
want deze is zeer kwetsbaar en kan gemakkelijk
afbreken!
10)De winterslaap
De winterslaap is facultatief en hangt enkel
af van de temperatuur.
Naar het einde van juli beginnen de Koreaantjes
grote hoeveelheden granen te verzamelen. In
oktober heeft elk dier zo voldoende verzameld
om de winter door te komen.
Afhankelijk van de strengheid van de winter
kan de winterslaap ingezet worden van eind
september tot in maart. Laat de dieren de
mogelijkheid om de winter door te komen onder
de grond, hetgeen het meest natuurlijk is.
Men kan ook een nestkastje ter beschikking
stellen, of een aardewerken bloempot gevuld
met stro. Men moet niet verwonderd zijn als
de eekhoorns het nestopening volstoppen met
stro. Naar het schijnt zou de opstapeling
van koolzuurgas bevorderlijk zijn voor het
inzetten van de winterslaap.
Sommigen menen dat de dieren direct in een
lethargische toestand overgaan (de lichaamstemperatuur
daalt, de hartslag en de ademhaling vertraagt
aanzienlijk, hetgeen het energieverbruik drastisch
doet dalen). De lethargische periodes duren
van één tot acht dagen, soms
meer. Van tijd tot tijd worden de dieren wakker
om een deel van hun voorraad te verorberen.
Bij zachte periodes gedurende de winter zijn
de eekhoorns soms aan de oppervlakte te zien.
Een tweede mening is dat de Koreaanse eekhoorns
enkel in totale winterslaap gaan als hun voedselreserve
bijna opraakt. Bij mooie winterdagen worden
ze dikwijls wakker, hetgeen hun toelaat de
door zuurstofgebrek opgestapelde zuren te
elimineren, hun behoefte te doen, wat aan
de reserves te knabbelen en soms eens de pootjes
te strekken...
Koreaanse eekhoorns die binnen verblijven
kunnen ook rustperiodes inbouwen, zowel gedurende
de zomer als de winter. Men moet niet te snel
ongerust zijn als men ze gedurende een tweetal
weken niet te zien krijgt. In elk geval mag
men nooit dieren wakker maken wanneer ze in
lethargische toestand zijn, aangezien dit
een enorme energie van het dier vergt om wakker
te worden op dat moment, hetgeen ze enorm
kan verzwakken.
Tijdens de eerste warme maartse
dagen beginnen de Koreaanse eekhoorns uit
hun nesthol te komen, zelfs als ze hiervoor
tot een meter sneeuw moeten doorgraven.
11)Ziekten
van de Koreaanse eekhoorn
Over het algemeen zijn deze eekhoorns behoorlijk
resistent en worden ze zelden ziek. Toch is
het belangrijk de dieren regelmatig te observeren
om te zien of de dieren geen abnormaal gedrag
vertonen. Volgende verschijnselen wijzen op
een abnormale toestand:
- een eekhoorn die abnormaal traag beweegt
en uitgeput schijnt. Hij laat zich zonder
enige reactie manipuleren.
- de ogen staan dof en missen de zo typische
levendige blik van deze eekhoorns.
- de neus loopt.
- een eekhoorn die abnormaal vermagert.
- abnormaal veel haarverlies buiten de ruiperiode.
- een vervuilde pels.
- een abnormale verdikking ter hoogte van
de keel of de mond.
Ziekten die frequent optreden bij eekhoorns:
Ademhalingsziekten:
apathische dieren, niezen, trillen, neus loopt:
de kooi uit de tocht zetten in een matig verwarmde
omgeving (min 16°C)
Spijsverteringsziekten: vervuilde pels, gebrek
aan eetlust: teveel fruit, verandering van
voer of onaangepast voer, stress, gebrek aan
hygiëne. Tandproblemen of een abces:
frequent probleem bij knaagdieren; verdikking
in de keelholte, de tanden kunnen scheef gegroeid
zijn. Er is hieraan zelf niet veel te doen,
goed observeren en op tijd de dierenarts consulteren.
Gebreksziekten, haarverlies, problemen met
tanden en nagels: de eekhoorns in een voldoende
verlichte plek zetten, een uitgebalanceerde
voeding geven: speciale eekhoornmengeling
en per dag enkele stukjes fruit
12)De voortplanting
Seksuele rijpheid treedt op bij de mannetjes
vanaf ongeveer 12 maanden, bij de vrouwtjes
vanaf ongeveer 11 maanden. Vanaf ongeveer
1 jaar kunnen ze zich voortplanten.
In de lente zijn het de mannetjes die het
eerst naar buiten komen. De vrouwtjes komen
één tot twee weken later uit
het nest en de dekperiode begint direct in
de nabijheid van de nesten van de vrouwtjes.
Tijdens het dekseizoen, dat begint in maart-april
en twee tot drie maanden duurt, kunnen verscheidene
mannetjes eenzelfde vrouwtje benaderen en
kunnen ze ook meerdere vrouwtjes dekken.
De gestatieperiode is 29-32 dagen. Bij de
geboorte zijn de jongen naakt en blind, zoals
de meeste nestblijvers. Ze wegen 3 à
4 gram.
De beharing komt slechts tevoorschijn na
de tiende dag, terwijl de oren zich openen
vanaf de 28e dag en de ogen tussen de 31e
en 33e dag. .
Het opkweken van de jongen (meestal tussen
3 en 7) gebeurt alleen door de vrouwtjes.
In de meest noordelijke streken hebben ze
meestal slechts één nestje jongen
en uitzonderlijk, bij zeer goede weersomstandigheden,
wordt bij sommigen nog een tweede nestje geboren
in de herfst. Bij de meer zuidelijk levende
boeroendoeks zijn er meestal twee nesten.
Na vier tot zeven weken verlaten de jongen
het nest om te beginnen voedsel zoeken. Ze
zijn schrikachtig en verdwijnen van bij het
minste gerucht. De jongen groeien zeer snel
en zijn reeds volgroeid vanaf ongeveer september.
De meesten planten zich al de volgende lente
voort, anderen wachten hiermee nog een jaar.
13)Sociale organisatie bij de Boeroendoek:
Eigenaardig is dat de Boeroendoek,
hoewel hij snel verbroedert met kinderen en
ook volwassenen kan verleiden met zijn sociaal
gedrag in feite een solitair levend dier is.
Elke Koreaanse eekhoorn bezit zijn eigen nesthol
en negeert zijn soortgenoten, uitgenomen wanneer
er conflicten ontstaan of wanneer de dekperiode
aanvangt.
Ondanks dit gedrag bezit de Boeroendoek geen
echt territorium in de conventionele zin,
want hun domeinen overlappen elkaar of ze
leven in dezelfde zone als hun concurrenten.
Deze variëren in grootte van 0,04 tot
1,26 hectaren. Meestal zijn de leefgebieden
van de volwassenen groter dan deze van de
jonge dieren, deze van de mannetjes groter
dan die van de vrouwtjes. De limieten variëren
volgens de beschikbaarheid van voedsel, maar
de meeste dieren houden zich aan een vaste
stek.
De meeste Koreaanse eekhoorns verblijven
het grootste gedeelte van de tijd in de dominantiezone,
dicht bij hun nesthol. De Tamias die er woont
is dominant en duldt geen indringers, die
deze plek dan ook ontwijken.
De limieten van deze dominantiezones zijn
dan ook duidelijker afgebakend dan de leefterritoriums.
14)Vijanden
en beperkende factoren
Over het algemeen varieert het aantal Boeroendoeks
in de natuur niet veel van het ene jaar tot
het andere, hoewel er wel al waarnemingen
zijn geweest van sterke verminderingen of
zelfs verdwijning in bepaalde streken zonder
afdoende verklaring.
Deze kleine knagers moeten steeds op hun
hoede blijven om te kunnen ontsnappen aan
hun vele belagers, vooral roofvogels, fretten,
coyotes, marters, vossen, slangen en zelden
uilen, die een nachtelijk leven leiden. Ondanks
dit vormen ze slechts een klein aandeel in
het menu van deze predatoren. Hun zintuigen
zijn zo scherp dat ze zich zelden laten vangen.
In bewoonde gebieden worden ze soms de prooi
van katten en honden, en een groot deel wordt
aangereden door auto’s.
Koreaanse eekhoorns kunnen zwaar gekwetst
worden bij het verdedigen van hun voedsel
tegen soortgenoten of grotere dieren zoals
de Rode eekhoorn. Sommigen sterven ook aan
de verwondingen ten gevolge van de strijd
tijdens het voortplantingsseizoen. Sommige
wijfjes sterven bij het verdedigen van hun
nest of jongen tegen soortgenoten.
Ziekten en hongersnood dragen ook bij tot
het beperken van de populaties. Slechte graanoogsten
hebben een nefaste invloed, daar graan een
van de hoofdbestanddelen vormen van hun menu
en noodzakelijk zijn om de winter te overleven.
Tot nu toe zijn er in de natuur geen epidemische
ziekten bij deze dieren vastgesteld. Toch
hebben ze last van dezelfde problemen als
de andere wilde knagers: parasieten, zoals
wormen, vlooien, luizen en teken, mijten,
die, wanneer ze in grote hoeveelheden voorkomen,
de dood kunnen veroorzaken.
15)Belang voor de mensheid:
Door hun gewoonte om granen en zaden op
te stapelen dragen ze in grote mate bij tot
de verspreiding hiervan. Weggestopte en niet
meer teruggevonden zaden hebben een grote
kans om te ontkiemen. Zo dragen deze knagers
bij tot de groei van bomen, struiken, grassen
en andere planten.
Wanneer ze in grote getallen aanwezig zijn,
kunnen ze de groei van bepaalde bomen, zoals
dennen en sparren, verhinderen door het feit
dat ze de meeste zaden hiervan verorberen.
16)Vergelijking
tussen de rat en de eekhoorn:
De Koreaanse eekhoorn is eerst en vooral
een wild dier, met alle ongemakken vandien
(beten en soms een onvoorspelbaar gedrag).
De rat houdt van het gezelschap van de mens,
terwijl de eekhoorn vooral aangetrokken wordt
wanneer hij honger heeft, of uit nieuwsgierigheid.
De rat houdt van onze affectie, terwijl de
eekhoorn er niet van houdt om gestreeld te
worden. Wanneer men er meerdere houdt worden
ze onafhankelijker en moeilijker te temmen.
Wanneer men ze heeft van zeer jonge leeftijd
(juist gespeend: 5-8 weken) zullen ze zich
blijvend hechten aan hun verzorger, zonder
echter affectie te tonen zoals de rat dit
uitgebreid doet. Ze zijn niet intelligenter
dan ratten, maar expressiever en meer georganiseerd.
De eekhoorn is zindelijker en heeft een minder
uitgesproken geur dan de rat. In vergelijking
met andere knaagdieren doen ze relatief weinig
schade. Toch moet men ze goed in de gaten
houden. Ze houden van het verscheuren van
stof, maar knagen zelden aan meubels of elektrische
draden. Men moet wel opletten met kleine beeldjes
en dergelijke, die ze kunnen omstoten bij
hun escapades. Ze doen minder stommiteiten
dan ratten, want, van als ze uit hun kooi
komen denken ze enkel nog aan zich te amuseren,
te klimmen, springen en exploreren van de
omgeving. Elke dag vinden ze nieuwe acrobatieën.
Een andere eigenaardigheid die ze hebben:
ze houden ervan alles gade te slaan door het
venster. Als laatste punt: een rat kan men
met gemak vastnemen of ze vangen, bij een
eekhoorn lukt dit nooit en hij zal slechts
in zijn kooi terugkeren wanneer hij hiervoor
zin heeft.
Met een rat kan men een affectieve relatie
hebben, terwijl het plezier in ge houden van
Koreaanse eekhoorns er meer in bestaat hen
te observeren, hun progressie in het tam maken
te volgen en hun nieuwe speeltjes te ontwerpen
en te bouwen die hun natuurlijke instincten
ontwikkelen.