1)Type
Het lichaam is gestrekt, walsvormig,
even breed in voorhand als achterhand, goed
gevuld. De achterhand is iets afgeplat in
een vloeiende lijn naar de staartbasis toe.
Het achterlijf is iets spits toelopend door
de duidelijke aanwezigheid van het scrotum
bij de mannen, vloeiend afgerond bij de vrouwen.
De lengte bedraagt ongeveer 12-15 cm.
De staart is vrij dun, spits toelopend naar
het eind en licht behaard. De lengte is ongeveer
9 cm.
De kop is relatief klein, driehoekig zowel
van boven als van opzij gezien, zonder insnoering
spits toelopend naar de snuit.
De oren zijn vrij groot en smal, worden rechtop
gedragen, vrij dicht bijeen ingeplant. Ze
zijn lepelvormig afgerond, de buitenzijde
is licht behaard. De lengte is ongeveer 15
mm.
De ogen zijn vrij groot, bol, met een levendige
uitdrukking, iets uitpuilend.
De snorharen zijn goed ontwikkeld, recht
en hebben een lengte van ongeveer 20 mm.
De benen zijn, recht, evenwijdig geplaatst,
tamelijk kort en smal in vergelijking met
het lichaam. De voorvoeten hebben vier vingers
en een rudimentaire duim, de achtervoeten
hebben vijf tenen.
2) Gewicht
Het gewicht varieert van 65g tot 80g.
3) Pels
De pels heeft een lengte van ongeveer 10
mm. Hij is glad aanliggend en mat glanzend.
Hij bestaat uit onderwol, dek- en grannenharen.
De grannenharen zijn 1-2 mm langer dan de
dekharen.
4) Dekkleur
De veeltepelmuis is erkend in:
Wildkleurig: agouti, blauwagouti,
cinnamonagouti, ijzergrauw, blauwgrauw, bruingrauw,
Eenkleurig: zwart, blauw,
geel roodoog
5)Buikkleur
De buikkleur volgt de dekkleur bij eenkleurige,
en is wit bij wildkleurige.
6)Patroon
en tekening
Erkende patronen:
· Effen: de pels
is eenvormig in dezelfde kleur. De buikkleur
volgt de dekkleur, maar is iets doffer. Bij
agoutikleuren is de dekkleur op de buik wit.
· Das: centraal op
de kop, beginnend tussen de oren en uitlopend
tot aan de snuit loopt een rechte, overal
even brede bles. De kaken zijn gekleurd van
aan de bles tot aan de lijn tussen de ooraanzet
en de snuit. Het onderste gedeelte van de
kaken is wit tot aan de halsaanzet. De borst
is volledig gekleurd of heeft centraal een
smalle witte streep. Een witte smalle streep
over de gehele lengte van de buik tot aan
de halsaanzet is toegelaten, dieren met een
volledig gekleurde borst en buik worden geprimeerd.
De staart is gevlekt. De benen zijn wit. Op
beide heupen is een witte vlek van ten hoogste
10 mm diameter toegelaten.
· Witkop bont: de
kop is overwegend wit gekleurd, met een kleine
gekleurde vlek boven beide ogen. Tussen de
ogen en de snuit bevindt zich een kleine gekleurde
vlek langs beide zijden van de neusbrug. De
oren zijn gekleurd. Op het lichaam komen verspreid
witte vlekken voor in een zo regelmatig mogelijk
patroon. De achterhand is wit, met een onderbreking
van de kleur aan de staartbasis. De staart
is vleeskleurig. De benen zijn wit.
7)Puntenschaal
1 |
Type
en bouw, staart en staartinplanting
|
20 |
2 |
Grootte
|
10 |
3 |
Pels
en pelsconditie
|
20 |
4 |
Kop,
oren en ogen
|
15 |
5 |
Dekkleur
en buikkleur
|
15 |
6 |
Tussenkleur
en grondkleur
|
15 |
7 |
Conditie en verzorging
|
5 |
8) Predikatenschaal
De predikatenschaal die toegepast wordt bij
de keuring van neerhofdieren is ook bij de
Veeltepel muis van toepassing.
EX
|
Extra
dier |
AA |
Uitmuntend dier |
A |
Zeer goed dier |
BB |
Goed dier |
B |
Tamelijk goed
dier |
C |
Voldoende dier |
D |
Gedeclasseerd |
/ |
Voldoet niet aan
de tentoonstellingsvoorwaarden |
AFW |
Afwezig |
NE |
Niet erkende soort
of kleurslag |
9)Conditie
De dieren mogen niet te vet of te mager zijn.
De ogen moeten helder en levendig en droog
zijn. De neus moet zuiver en droog zijn. De
oren moeten zuiver zijn. De pels moet schoon
en vrij van parasieten zijn.
10)Lichte
fouten
Wat groot of wat klein, iets kleine of grote
kop, iets grote, kleine, wijdstaande oren,
iets kleine of amandelvormige ogen, iets ingesnoerde
neus, lichte rui, iets korte of onscherp afgelijnde
bles, wat brede borst en/of buikstreep, iets
bleke of donkere dekkleur, witte vlekken wat
groot of klein, ontbreken van de kopvlekjes
bij witkop bont, gekleurde vlekken op de kop
wat klein of onzuiver bij bonte dieren.
11)Zware
fouten
Te groot of te klein, te smalle of te brede
kop, afwijkende kopvorm, te grote, kleine
of te wijdstaande oren, te kleine, amandelvormige
of te uitpuilende ogen, ingesnoerde neus,
zware rui, kale vlekken, onderbroken of te
onscherpe bles, te brede of te onregelmatige
borst en/of buikstreep, afwijkende kleur,
te smalle witte band op achterhand, kleur
uitlopend tot op de staart, onreine, zieke,
gekwetste of drachtige dieren, dieren met
parasieten.
12)Erkenning
Voor erkenning van andere kleurslagen en
andere types of haarstructuren gelden de algemene
regels voor erkenning van het VIVFN.